Werknemers positiever over digitale transformatie

Werkend Nederland is beduidend positiever gaan denken over digitale transformatie. Ruim driekwart van de werknemers ziet hier wel heil in, dat is een hoger percentage dan vorig jaar. Het besef neemt toe dat hierdoor efficiënter kan worden gewerkt, terwijl meer focus op kwaliteit mogelijk is. Slechts een enkeling is negatief, vooral uit angst dat er banen verloren gaan.

Liefst 80 procent van de werknemers verwacht dat zijn functie over vijf jaar (erg) zal zijn veranderd. Maar dat geeft ook kansen en mogelijkheden. Ongeveer een kwart ziet het werk uitdagender worden, een vijfde denkt dat functies leuker en afwisselender worden. Een even grote groep ziet de baan wel ingewikkelder worden door alle technologische ontwikkelingen.

The Digital Dutch

Deze cijfers blijken uit de ‘Monitor Digitale Transformatie’, die 11 april gepresenteerd wordt tijdens het evenement The Digital Dutch in de Jaarbeurs in Utrecht. Blauw Research deed dit onderzoek in opdracht van KPN bij bedrijven met meer dan vijftig werknemers. Als eerste werd gekeken naar wat er leeft onder medewerkers. De tweede doelgroep bestond uit beslissers of adviseurs die verantwoordelijk zijn voor de digitale transformatie in hun organisatie. Zij moesten de belangrijkste ‘drivers’, barrières en uitdagingen aangeven.

Ook vorig jaar werd een dergelijke enquête uitgevoerd. Toen waren nogal wat werknemers volledig onbekend met de term ‘digitale transformatie’. Inmiddels blijkt de helft van de medewerkers hier enigszins of goed bekend mee. Maar de juiste betekenis is velen onduidelijk. Ze denken ten onrechte dat digitale transformatie neerkomt op het digitaliseren van processen of documenten.

Slimmer gebruik

Zo simpel ligt het echter niet. Digitale transformatie is veel ingrijpender en meer omvattend. Het gaat om het slimmer gebruiken van nieuwe technologie. Ook is sprake van nieuwe organisatievormen en nieuwe zakelijke modellen. Door digitale middelen ontstaan nieuwe mogelijkheden om klanten beter te bedienen. Na het krijgen van een uitleg inclusief voorbeelden weet of denkt bijna negentig procent van alle medewerkers dat hun bedrijf daarmee bezig is.

Het grote winstpunt is dat de meerderheid nu positief denkt over digitale transformatie. Met de acceptatie voor de toekomst zit het dus wel goed. Opvallend is dat er ook minder angst is voor digitale veranderingen in de maatschappij. De helft van werkend Nederland zou er geen moeite mee hebben door een robot-chirurg te worden geopereerd. De zelfrijdende auto krijgt minder de handen op elkaar. Een op de drie respondenten denkt dat binnen tien jaar iedereen in zelfrijdende auto’s naar het werk gaat.

Security

Medewerkers werd ook gevraagd wat er is veranderd in hun bedrijf. Net als in 2018 wordt dan het digitaliseren van processen het meest genoemd. Een veel hoger percentage dan vorig jaar constateert strengere regels voor het veilig gebruik van IT-systemen. Security krijgt in het bedrijfsleven kennelijk meer aandacht. Ook mobiel werken, overal en altijd, is sterk in opmars. Vorig jaar zagen medewerkers daarentegen meer aandacht voor het optimaal bedienen van klanten.

Het tweede deel van het onderzoek richtte zich op de ‘professionals’ die verantwoordelijk zijn voor digitale transformatie. Twee derde van de bedrijven heeft dit onderwerp hoog op de agenda staan. Dat geeft moed, maar er is nog een lange weg te gaan. De grootste groep zegt pas kort, hooguit één jaar, bezig te zijn met digitale transformatie. De meerderheid is nog aan het experimenteren. Dit geldt vooral voor kleine bedrijven. Minder dan een op de drie is er langer dan twee jaar mee bezig.

Digitaal volwassen

Vergeleken met vorig jaar is dat slechts een lichte toename. Conclusie uit het onderzoek is dat er nauwelijks groei is qua digitale volwassenheid. Slechts een beperkte groep is hier ver mee gevorderd. Dan gaat het vooral om grote ondernemingen met meer dan 4000 werknemers. Die zijn op dit punt vaak meer volwassen, wat wil zeggen dat hun digitale initiatieven strategisch van aard zijn of dat deze het bedrijf substantieel hebben veranderd.

Het aantal bedrijven dat digitale transformatie topprioriteit geeft op de agenda, is dit jaar slechts licht gestegen. Soms hebben andere ontwikkelingen voorrang. Ook legacy is een frequent genoemde drempel. Vooral grote bedrijven hebben hier last van. Net als vorig jaar zijn onvoldoende kennis en kunde (door personeelsgebrek), zorgen over veiligheid en te weinig budget andere belangrijke hobbels.

Besparen

Meer dan in 2018 worden dit jaar ook onduidelijke rollen en verantwoordelijkheden genoemd als reden om af te zien van digitale transformatie. Drijfveren om dit wel te doen zijn vooral gericht op interne efficiency. Denk daarbij aan het automatiseren van processen, het besparen van kosten en het verhogen van de productiviteit van medewerkers. Opvallend is dat het verbeteren van de klantrelatie en tevredenheid minder een drijfveer is dan vorig jaar. Het verkorten van de time-to-market van nieuwe producten of diensten is juist vaker een drijfveer.

Grootste pijnpunt is de werving van personeel met de juiste kwaliteit. De meeste bedrijven zijn daar volop mee bezig. Zonder de geschikte mensen kun je de digitale transformatie wel vergeten. Waar dit wel lukt, zorgt digitale transformatie vooral voor efficiëntere bedrijfsvoering. De productiviteit stijgt, terwijl onderling beter wordt samengewerkt.

Verder blijkt dat steeds meer activiteiten in de fase van afronding komen. Vooral qua inrichting van de IT-security zijn stappen gezet. Ook vorderen de implementatie van mobiele technologie binnen de bedrijfsvoering en de implementatie van cloud-technologie. Hetzelfde geldt voor de opzet van een social media strategie en de verandering van bedrijfscultuur. Op die terreinen worden binnen veel bedrijven echt stappen gemaakt.

Gerelateerde artikelen