Van ponskaart tot cloud

De geschiedenis van dataopslag begint lang voor het digitale tijdperk: al in 1890. Vanaf de komst van de computer in het midden van de vorige eeuw, wordt de opslagcapaciteit groot, groter tot (zowat) oneindig groot.

1890: ponskaarten

De Britse ingenieur Charles Babbage vindt de ponskaart uit. Hij heeft deze nodig voor zijn andere uitvinding: de Analytical Engine. Deze rekenmachine is de voorloper van de huidige computer. Zijn ponskaart is de eerste mechanische opslagmethode. Er passen ongeveer tachtig tekens op. Dat is minder dan een tweet die maximaal 280 tekens kan bevatten. De ponskaarten van Babbage zijn tot in de jaren tachtig van de volgende eeuw onmisbaar voor computerprogrammering.

1928: magnetisch tape

De Duitse ingenieur Fritz Pfleumer ontwikkelt de magnetisch tape. Het is de voorloper van het cassettebandje. Zijn geluidsband bestaat uit ijzerpoeder op een lange strook papier. Hoeveel er op een tape past, hangt af van het soort tape en de lengte ervan. Vier jaar later verbeteren het Duitse elektronicabedrijf AEG samen met het Duitse chemieconcern BASF de tape. Zij vervangen het breekbare papier door duurzamer kunststof.

1956: harde schijf (IBM)

Het team van Reynold Johnson bij IBM in San Jose, California werkt aan de eerste commerciële harde schijf. Deze eerste hard disk drive (HDD) weegt meer dan een ton en heeft het formaat van een koelkast. Hij bestaat uit vijftig snel draaiende 24 inch schijven van magnetisch metaal. De totale capaciteit van deze schijf is 3,75 MB. Het grootste voordeel van deze schijf is dat data meteen toegankelijk is. Het maakt niet uit waar de gegevens op de schijf zich bevinden.

1963: audiocassette (Philips)

Een Nederlandse medewerker van Philips, Lou Ottens, ontwerpt het cassettebandje. Deze compacte audiocassette is bedoeld voor dicteermachines. Al snel wordt zijn uitvinding populair naast de grammofoonplaat van vinyl. Met de komst van de Walkman van Sony in 1979 wordt het bandje razend populair. Er past dertig tot zestig minuten aan muziek op. Op de rug van de cassette kan een plastic lipje afgebroken worden om te voorkomen dat de opname per ongeluk gewist wordt. Ottens legt in de jaren zeventig bij Philips ook de basis voor de cd.

1967: floppy (IBM)

IBM-technicus Alan Shugart komt met de floppydisk en de diskdrive. In eerste instantie is dit een onbedekte magnetische schijf. Daar komt de naam flop (slap) vandaan. De verbeterde versie heeft een plastic omhulsel om de schijf te beschermen tegen vuil en krassen. De eerste floppy’s hebben een doorsnede van 8 inch. Er past 80 kilobyte (kB) op. Als snel volgen er kleinere formaten. Eerst de 5¼ inch diskette met 360 kB aan data, later de 3½ inch waar 1,44 megabyte (MB) op past.

1982: cd (Phillips en Sony)

Zowel Phillips als Sony ontwikkelen de compact disc (cd) voor de opslag van muziek. De bedrijven vragen de Oostenrijkse dirigent Herbert von Karajan om de nieuwe geluidsdrager te introduceren. Hij eist dat de Negende symfonie van Beethoven op het schijfje past. Die duurt 74 minuten: 650 tot 700 MB. In 1986 volgt de cd-rom (read-only memory) voor computers. De cd-r (recordable) die in 1988 op de markt komt, kan de gebruiker zelf beschrijven (branden). In 1997 verschijnt de cd-rw (ReWritable) die het mogelijk maakt om bestanden te overschrijven.

1999: Usb-stick (M-Systems)

Het Israelische M-Systems ontwikkelt de usb-stick. Het insteekgeheugen is klein, en gemakkelijk aan te sluiten op een usb-poort. Gebruikers geven het populaire geheugenstaafje veel namen: een thumb drive, pen drive, jump drive, usb drive, disk key, disk on key, memory stick en flash drive. De naam flash is ontstaan, omdat er in een keer (in een flits) bestanden naartoe verplaats kunnen worden. De eerste usb-stick heeft een capaciteit van 8 MB. Tegenwoordig zijn er usb-sticks waar 2 terabyte op past.

2003: Blu-ray (Sony)

Sony onthult de eerste blu-ray-recorder. Op een blu-ray-disc is ruimte voor 50 GB tot 100 GB. Het is een digitaal opslagmedium voor games en speelfilms in high definition (HD) of ultra HD (4K). Voor het afspelen van een blu-ray-disc is een blu-ray-speler nodig. De recorder leest de schijft met blauw laserlicht. Sommige computers kunnen ook blu-ray-discs afspelen. Met een blu-ray-brander is het mogelijk om bestanden op een blu-ray-schijf te schrijven.

2006: cloud

Bedrijven als Google, Amazon en Microsoft omarmen de cloud. De cloud is een verzamelnaam voor het online opslaan en opvragen van bestanden. Een computer, tablet of smartphone maakt via een internetverbinding contact met een datacentrum. Dankzij de cloud is tegenwoordig mogelijk om overal ter wereld direct data op te slaan of op te vragen.

Toekomst: holografische opslag

Holografisch geheugen is een vorm van optische opslagtechnologie. De gegevens worden opgeslagen als een hologram. Net als bij een hologram op papiergeld is het mogelijk om informatie vanuit verschillende hoeken te bekijken. Hierdoor ontstaat telkens een ander beeld. Op een holografisch schijfje van 10 centimeter kunnen enkele tientallen tot honderden terabytes aan gegevens opgeslagen worden. Holografische opslag is bovendien goed bestand tegen schade.

Gerelateerde artikelen