
Hoe leert AI?
Kunstmatige intelligentie kan op verschillende manieren leren:
- met begeleiding;
- zonder begeleiding;
- met beloningen.
Leren met begeleiding
Bij leren met begeleiding voegt een programmeur een omschrijving toe aan de data. Hij laat foto’s van appels en peren zien en schrijft erbij welke soort het is: een appel of een peer. Zo leert AI de kenmerken van appels en peren. Daarna kan hij deze zelf herkennen op foto’s.
Leren zonder begeleiding
Bij deze vorm van leren zoekt AI zelf patronen in de data van heel veel mensen. Vervolgens gaat hij deze indelen in groepen. Streamingdiensten zoals Netflix en Spotify gebruiken deze manier van leren voor aanbevelingen.
Leren met beloningen
Kunstmatige intelligentie kan ook leren door gewoon te proberen. Als hij het goed doet, krijgt hij een beloningsscore. Dit kunt u vergelijken met een rapportcijfer. Als hij het slecht doet, krijgt hij een onvoldoende. Zelfrijdende auto’s, robotstofzuigers en schaakcomputers maken hier gebruik van.
Niet alles gaat vanzelf
Kunstmatige intelligentie kan dus leren, zelfs zonder begeleiding van mensen. Maar AI-systemen hebben geen bewustzijn. Ze zijn geprogrammeerd met algoritmes en gevoed met data. Zelflerend betekent dus niet dat alles vanzelf gaat. Zorgvuldige monitoring en controle door mensen blijft nodig. Alleen op die manier weten we zeker dat AI zich gedraagt zoals de programmeurs het bedoeld hebben. U kunt het vergelijken met een leerling die een zelfstudiedag heeft gehad. Na afloop vraagt de leraar wat hij heeft geleerd en hoe hij tot deze conclusie is gekomen. Kunstmatige intelligentie is, kortom, een heel handig hulpmiddel. Maar wel hand in hand met menselijke monitoring en controle.